Wereldbeeld in de Traditionele Chinese Filosofie
Wat zijn de wereld en het kosmos? Dit is de basisvraag van de Chinese filosofie.
Laozi, een denker tijdens de Lente- en Herfstperiode, was de eerste filosoof die probeerde de basisvraag te verklaren. Volgens Laozi is Dao, of "de Weg", de bron en wortel van de Aarde, de Hemel en alles daartussenin. De Weg heeft geen beginpunt en geen einde. De Weg is de Natuur zelf en de Natuur zelf is de Weg. Laozi leende het idee dat "de Weg de Natuur volgt" om een gemeenschappelijke maar diepgaande waarheid te onthullen: dat alle dingen en wezens in de wereld, inclusief de mens en zijn samenleving, een natuurlijke aard hebben. Mensen moeten de wet van de natuur gehoorzamen en mogen geen onophoudelijke eisen aan de Natuur stellen. Het is ook een belangrijke ideologische hoeksteen van de architectuur van de Chinese cultuur geworden om "de wetten van de Natuur te gehoorzamen en de menselijke wens te volgen".
De dialectische denkwijze is een ander belangrijk kenmerk van de Chinese filosofie met betrekking tot haar wereldbeeld. De vroege wijzen die het Boek der Veranderingen in de Zhou-dynastie schreven, realiseerden zich dat het universum bestaat uit twee tegengestelde extremen en dat kleine veranderingen tot grote kunnen leiden. Zhuangzi erfde en zette het idee van Laozi voort. Hij voerde dit idee tot het uiterste door alles als een voorbijgaand fenomeen te beschouwen. Het verhaal van "Vlinders en Dromen" is een goede illustratie van dit idee.
Theorieën van een Ideale Samenleving in Verschillende Scholen
Elk van de honderd scholen van gedachte die opkwamen tijdens de Lente- en Herfstperiode bracht zijn eigen ideeën over een ideale samenleving naar voren.
Voor Laozi werd zijn utopie als volgt beschreven: "Laat je gemeenschap klein zijn, met slechts een paar mensen." Hij zei dat "niets doen eigenlijk alles doen is". Een goede heerser zou niets moeten doen, maar de mensen hun eigen belangen moeten laten behartigen. Zhuangzi herhaalde het idee van Laozi en voerde het verder door te pleiten dat men "de natuurlijke weg" volledig en zonder voorbehoud volgt. Voor Mozi zouden filantropie en non-agressie moeten zegevieren in een utopie. Hanfeizi ontwikkelde het idee om wet, politiek en macht te combineren om een ideale samenleving te creëren.
De gangbare gedachte over de ideale samenleving van China is vervat in de theorieën van Confucius. Voor Confucius zou een wereld van grote harmonie een samenleving zijn die bestaat uit veel individuen die rationeel handelen, georganiseerd rond een reeks maatschappelijke orden. Etiquette en welwillendheid zijn integraal aan de sociale theorieën van Confucius. Confucius leerde dat er een reeks orden en normen moet worden vastgesteld. Van de hoogste heerser, tot zijn ministers, tot vaders en zonen, iedereen moet zich gedragen op een manier die passend is voor zijn positie en een voorgeschreven reeks regels en richtlijnen volgen. Geen woord mag worden uitgesproken, noch mag enig gedrag in strijd met deze regels en richtlijnen worden overwogen.
Moraal en Ethiek in de Traditionele Chinese Filosofie
De vroege wijzen in China geloofden dat de familie het basiselement van de samenleving was. Aangezien een familie door bloed verbonden is, is de relatie tussen vader en zoon de kern van de relatie. Deze relatie wordt verder uitgebreid om relaties tussen echtgenoot en echtgenote, monarch en onderdaan, senior en junior en tussen vrienden te omvatten - dit worden de Vijf Kardinale Relaties genoemd, en ze omvatten de meeste relaties tussen mensen in een samenleving.
Confucius stelde welwillendheid voor als de hoogste norm van sociale ethiek en de morele maatstaf van de natie wanneer het welzijn op het spel staat. Hij hoopte dat het de morele code voor het Chinese volk zou worden.
Mencius heeft het principe van Confucius verder ontwikkeld en het idee van rechtvaardigheid als de kernwaarde en de hoogste norm van ethiek naar voren gebracht. Voor Mencius was rechtvaardigheid de kernwaarde onder de vijf fundamentele morele principes: welwillendheid, rechtvaardigheid, beleefdheid, intelligentie en geloof. Rechtvaardigheid impliceert gerechtigheid en morele principes. Het handhaven van rechtvaardigheid is een van de essentiële morele standaarden voor de Chinezen; dit staat in contrast met het principe van persoonlijk belang eerst.
Filosofie van Oorlog in Traditionele Chinese Gedachte
Winnen zonder te vechten is een belangrijke gedachte in de oude Chinese militaire theorie. Degene die dit voorstelde, Sun Tzu (die zichzelf Sun Wu noemde), geboren rond 500 v.Chr., was een tijdgenoot van Confucius. Zijn meesterwerk, De kunst van het oorlogvoeren, wordt zelfs vandaag de dag universeel beschouwd als een klassieker. Een tweede De kunst van het oorlogvoeren werd geschreven door Sun Bin. Sun Bin zou een afstammeling van Sun Tzu zijn en werd ongeveer 100 jaar later geboren. Ze schreven twee verhandelingen over de kunst van het oorlogvoeren, die beide schatten van de Chinese beschaving zijn. Sun Wu pleitte ervoor om eerst strategieën en vervolgens diplomatie in te zetten om de vijand te verslaan. Deze werden gevolgd door invasie en ten slotte het belegeren van de steden en kastelen van de vijand.
De reden waarom de Chinese oorlogsfilosofie waarde hecht aan overwinning zonder gevechten, is dat de Chinezen een diep begrip van oorlog hebben en een duidelijke inschatting van de gevolgen ervan. Laozi vond dat oorlog geen goede zaak was en alleen gevoerd moest worden als het echt nodig was. Men moet de benadering van oorlog voeren onder een groter doel plaatsen en het met voorzichtigheid en overweging behandelen. Een rustig leven zonder oorlog of strijd is een goed leven.
Mencius zegt dat welwillende heren onovertroffen zijn in de wereld, en dat het sturen van troepen die verder gewapend zijn met welwillendheid om legers zonder deze kwaliteit te onderdrukken een garantie voor overwinning is en onnodig verlies van levens kan voorkomen.
De traditionele Chinese politieke cultuur houdt altijd vast aan een mensgerichte beleidsvoering. Daarom worden in de Chinese militaire cultuur welwillendheid en rechtvaardigheid altijd gebruikt bij de evaluatie van een beslissing om ten strijde te trekken, om het waarschijnlijke voordeel voor de mensen te bepalen. De Chinese militaire cultuur gebruikt welwillendheid en rechtvaardigheid als leidraad en zal niet toestaan dat oorlog uit de hand loopt. De nadruk ligt niet op militaire kracht, noch zal het zich inlaten met ongecontroleerd geweld. In plaats daarvan streeft het ernaar te winnen zonder te vechten.