De Langdurige Geschiedenis van China
De Chinese geschiedenis verwijst naar de geschiedenis van China vanaf de geboorte van de Chinese beschaving tot het heden. China heeft een lange geschiedenis van ongeveer 5.000 jaar vanaf de tijd van de vroegste legendarische stamleiders—ongeveer 4.600 jaar vanaf de legendarische Drie Keizers en Vijf Soevereinen; bijna 4.100 jaar vanaf de Xia-dynastie; en ongeveer 2.240 jaar vanaf de Qin-dynastie, China's eerste verenigde dynastie.
Indelingen van de Chinese Geschiedenis
Volgens de traditie kan de Chinese geschiedenis in het algemeen worden onderverdeeld in vier perioden—oud China (–1840), modern China (1840–1911), recent modern China (1912–1949) en hedendaags China (1949–). In vergelijking met Europa, waar de moderne geschiedenis begon met de Renaissance, heeft de geschiedenis van China een veel langere periode van feodale samenleving. Rond 2.070 v.Chr. verscheen de Xia-dynastie, het vroegste land in China. Moderne archeologie heeft orakelbotinscripties van de Shang-dynastie gevonden van meer dan 3.380 jaar geleden (1.370 v.Chr.). Rond deze tijd bevond het oude Griekenland zich in een periode vóór de Griekse Donkere Eeuwen (ca. 1.200–ca. 800 v.Chr.). De Shang-dynastie werd gevolgd door de Westelijke Zhou-dynastie (1046–771 v.Chr.), die de ontwikkeling van productiekrachten en sociale veranderingen bevorderde.
De Dynastieke Ontwikkelingen en de Opkomst van Denkers
Toen kwam de Oostelijke Zhou-dynastie (770–256 v.Chr.), die getuige was van een sociale context van wedijver tussen honderd scholen van gedachte in verschillende feodale staten. In deze periode werden de meest invloedrijke denkers van het oude China voortgebracht, waaronder Laozi (Laotzu, ca. 571–ca. 471 v.Chr.), Kongzi (Confucius, 551–497 v.Chr.), Mengzi (Mencius, 371–289 v.Chr.), Mozi (Motzu), Zhuangzi (rond de 4e eeuw v.Chr.), om er maar een paar te noemen. Rond deze lange periode en iets later waren parallelle denkers actief in het oude Griekenland, zoals Socrates (469–399 v.Chr.), Plato (427–347 v.Chr.), Aristoteles (384–322 v.Chr.) en Archimedes (287–212 v.Chr.).
In 221 v.Chr. vestigde Qin Shihuang (de eerste keizer) de Qin-dynastie, het eerste verenigde rijk in de Chinese geschiedenis. Later consolideerde en ontwikkelde de Westelijke Han-dynastie het verenigde land verder. Tijdens de Drie Koninkrijken, Jin-dynastie, Zuidelijke en Noordelijke dynastieën viel China uiteen in afzonderlijke regimes. Tijdens de Sui- en Tang-dynastieën had de centrale regering nauwere banden met etnische minderheden in de grensgebieden, toen de economie welvarend was en de wetenschap, technologie en cultuur hoog ontwikkeld waren. Tijdens de Song- en Yuan-dynastieën botsten en vermengden verschillende culturen zich, en de economie en wetenschap en technologie ontwikkelden zich tot een nieuw hoogtepunt. Tijdens de bloeiperiode van de Ming-dynastie ontwikkelde de sociale economie zich verder en kapitalisme ontsproot in Zuid-China aan het einde ervan. In het midden van de 19e eeuw, na de Opiumoorlog, begon China te degenereren tot een semi-koloniaal en semi-feodaal samenleving.